Het torenuurwerk
De toren had al in 1689 een uurwerk met wijzerplaten en wijzers. In het oudste rekeningenboek komt een post voor waarbij schoolmeester Jan Wijnants als koster een bedrag kreeg van ƒ 6,17 kreeg uitbetaald wegens het schoonmaken van het uurwerk.
Het oude uurwerk moet zeer lang in gebruik zijn geweest want pas in 1902 werd een nieuw aangeschaft. Toen namelijk kwam en kerkvoogden met een "gewichtig voorstel" zoals het verslag meedeelt: >>"Zij wenschen in de loop van den zomer een nieuw torenuurwerk aan te schaffen, indien de notabelen hun de gelden daarvoor toestaan. Aangezien men algemeen >>>overtuigd is dat een nieuw torenuurwerk met wijzerplaten, uur- en minutenwijzers alhier in ene lang gevoelde behoefte zal voorzien, wordt zonder veel discussie besloten met algemene stemmen aan kerkvoogden het geld voor een nieuw aan te schaffen torenuurwerk toe te staan."
De firma G. de Looze te Leeuwarden leverde het voor ƒ 875,00. Het onderhoud van het uurwerk berustte tot 1852 bij de schoolmeester-koster. Daarna ging het over naar de plaatselijke koperslagers en ketellappers Pieter G. Scheffer (1852-1894) en hendrik T. van der Plaats (1895-1930). Van 1930-1946 werd het onderhoud verricht door vader en zoon, de schoenmakers IJde en Jochum Bouma.
Tijdens de laatste restauratie van kerk en toren is er aan de noordzijde van de toren een derde wijzerplaat aangebracht.
Colofon
J. Oostra. Uit de geschiedenis van Oosterlittens.